Melancholische dagen

Het zou de laatste keer zijn dat ik naar haar toe zou gaan. Ze had een andere baan aangeboden gekregen en ging weg bij de praktijk. Toen ik plaatsnam, heb ik in vijftig minuten verteld over de afgelopen twee maanden en gepraat over hoe ik mijzelf afsluit van mensen om me heen wanneer ik mij weer slechter ga voelen. Maar ook dat ik actief bezig ben met openheid en eerlijkheid naar diezelfde mensen toe. Ze verminderde de druk die ik hiervoor op mijzelf legde door te benadrukken dat het oké is als het niet altijd lukt, een depressie maakt dat immers lastiger.

Toen ik de praktijk uitliep, voelde ik me overweldigd. Ik ben inderdaad depressief. En dat is verdomde lastig om toe te geven.  De diagnose verbaasde mij niet; een angststoornis en depressie gaan vaak samen en daarbij hebben de symptomen die congrueren met de diagnose de afgelopen maanden toegenomen. Toch voelde het raar om het van mijn therapeute te horen. Alsof het toen opeens echt werd.

Ergens was ik bang dat haar uitspraak als een soort placebo-effect zou werken: ik zou steeds meer dingen zien als horend bij depressie en mij daardoor steeds slechter voelen. Maar ik merkte dat het juist fijn is om mijn gedachten en gevoelens te kunnen categoriseren en daarmee enigszins van me af te zetten. Ik kan het labelen als angst of depressie en die ruimte is eerlijk gezegd best fijn om te hebben. Ik ben bekend met mijn klachten, symptomen en copingmechanismen, goed of slecht. Waar ik nog wel moeite mee heb, is mijn gevoelens en klachten bespreekbaar maken.

Ik ben over het algemeen erg open over mijn mentale gezondheid - het is immers de focus van dit blog - maar praat voornamelijk over de effecten die het heeft op mijn (in)directe omgeving en andersom.  De eerste keer dat ik voluit over mijn depressieklachten sprak, was met een therapeute. Haar vragen waren confronterend, maar daar zijn psychologen voor. Het voelde raar, en dat voelt het nog steeds; het was de eerste keer dat ik voluit durfde te praten. Ik verliet het gesprek met een gevoel van opluchting, maar een groter gevoel van besef: mijn planten overleven niet omdat water geven te veel is en mijn gordijnen vaak dichtblijven, opstaan in de ochtend kost moeite, ik spendeer inderdaad wel heel veel tijd op de bank, ik kom moe thuis, heb vaak hoofdpijn, geen concentratie en gedraag me apathisch.

Dat ik me zo voelde, hield ik voornamelijk voor mezelf. Een gesprek starten vond ik lastig, omdat ik het nog altijd moeilijk vind toe te geven wat depressie met me doet.

Maar laat dat precies de reden zijn dat ik dit nu opschrijf en publiceer.

Ik ga naar school en werk, blijf bij met projecten, spreek af met vrienden, ga uiteten en zing tijdens het koken. Tegelijkertijd voel ik me leeg en eenzaam, heb ik weinig energie voor dagelijkse activiteiten. Het is niet makkelijk om dit toe te geven, en zeker niet om erover te schrijven. Maar ik denk dat het wel belangrijk is, want door gesprekken te starten en er vaker over te praten kunnen we het taboe doorbreken. Ik ben zeker niet de eerste die het gesprek start, maar wil wel bijdragen aan het voortbestaan ervan.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.